Het voorliggende onderzoeksverslag naar berichtgeving over de statenverkiezingen in 2011 vormt een vervolg op het onderzoek naar de berichtgeving over de raadsverkiezingen in 2010. Het onderzoek werd gehouden in de provincies Groningen, Friesland, Overijssel, Flevoland en Gelderland. Het belangrijkste doel was na te gaan of de uitkomsten van het onderzoek naar de raadsverkiezingen werden bevestigd.Van meet af aan was duidelijk dat het om bijzondere statenverkiezingen zou gaan vanwege de koppeling van statenverkiezingen aan de verkiezing van een nieuwe Eerste Kamer. Het minderheidskabinet Rutte had er alle belang bij een meerderheid te verwerven in de senaat. Bovendien zou duidelijk worden of de populariteit van gedoogpartner PVV zou groeien of krimpen. Kortom, de statenverkiezingen hadden een sterke nationale component.De statenverkiezingen trekken normaliter geringe belangstelling. Burgers hebben weinig directe contacten met de provinciale bestuurders en volksvertegenwoordigers. Provincies doen vooral zaken met andere overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Provinciaal beleid en provinciale bestuurders zijn bij de burgers weinig bekend.De uitkomsten van het onderzoek bevestigen op hoofdlijnen het onderzoek naar de berichtgeving over de raadsverkiezingen: regionale media voorzien de burgers in onvoldoende mate van informatie op grond waarvan die burgers zich een goed oordeel kunnen vormen over belangrijke provinciale verkiezingsonderwerpen.Er is echter een belangrijk nuanceverschil tussen de regionale kranten en de regionale omroepen. De laatste zijn in de berichtgeving meer provinciaal gericht geweest en hebben minder meegedaan aan het ‘nationaliseren’ van de statenverkiezingen. Mogelijke verklaringen hiervoor is dat de omroepredactie een gerichter beleid hebben vanwege hun wettelijk vastgelegde opdracht en de afhankelijkheid van provinciale subsidies.Forum was overigens het enige onderwerp dat zich vanwege het aantal berichten leende voor een kwalitatieve analyse van de berichtgeving. Zowel het Dagblad van het Noorden als RTV Noord heeft het publiek uitvoerig bericht over het conflict tussen de provincie en de stad Groningen over het niet toekennen van een subsidie. De berichtgeving betrof in beide media in sterke mate het politieke proces en was daarmee voor de burgers wellicht niet zo interessant. In ieder geval lijkt het strijdpunt geen invloed te hebben gehad op de verkiezingsuitkomsten.Met name de regionale kranten hebben – om begrijpelijke redenen – de statenverkiezingen sterk genationaliseerd. Van duidelijke provinciale thema’s was in beide soorten media nauwelijks sprake. De uitzonderingen vormen de problemen rond Forum in Groningen en de infrastructuur in Overijssel. Forum is echter meer een stadsprobleem dan een provinciaal probleem en is min of meer toevallig een provinciaal onderwerp geworden.Provinciale onderwerpen kregen weinig diepgaande en structurele aandacht. De kortere genres overheersen met uitzondering van de debatten op de regionale omroepen.Het campagnenieuws overheerste net als in 2010, zij het dat dit relatief minder het geval was bij de regionale omroepen.Hetzelfde geldt voor het brongebruik: weinig burgers en maatschappelijk middenveld, maar veel autoriteiten – politici, bestuurders – worden als bron aangehaald. Bij de omroepen is het brongebruik wat gevarieerder: burgers, deskundigen en maatschappelijk organisaties komen meer aan het woord.Op grond van de resultaten moet de vraag gesteld worden of er eigenlijk wel provinciale verkiezingsonderwerpen waren, of eerder regionale problemen. Ook moet de vraag gesteld worden hoe de redacties van de regionale media zich voorbereiden op een evenement als de statenverkiezingen. Is er sprake van duidelijk redactiebeleid? Van een media-agenda wat betreft keuze van onderwerpen, aanpak en brongebruik? De aanwijzingen zijn dat daar niet of nauwelijks sprake van is.Ook nu moet de conclusie zijn dat de regionale media er nog niet in slagen oor en oog van de regio te zijn.