Dit onderzoek richt zich op de afname en beoordeling van een toets die meetelt voor het schoolexamen en die specifiek ontworpen is om ook ruimte te geven aan deze menswording in brede zin. We zoeken daarom naar een natuurlijk evenwicht tussen een ontwikkelingsgerichte,kwalitatieve beoordeling door het geven van individuele feedback en een examengerichte, kwantitatieve beoordeling door de becijfering van leerlingenprestaties op een schaal van 10 volgens door de overheid genormeerde standaarden. We ontwerpen en testen daartoe eenbeoordelingsmodel dat deze beide benaderingen – ontwikkelingsgericht en examengericht – dienstbaar maakt aan de beoogd brede ontwikkeling van onze leerlingen. We staan in dit streven om meer werkvormen met een pedagogisch oogmerk in de onderwijspraktijk op te nemen bepaald niet alleen. Talrijk onderzoek van de laatste decennia laat zien dat het geven van feedback en toepassingen van diverse dialogische onderwijsvormen een positieve werking hebben op het zelfvertrouwen van leerlingen hetgeen aantoonbaar leidt tot verbeterd leren (Black & Wiliam, 1998; Modderkolk, 2017). Deze formatieve beoordelingspraktijk werkt vormend op de brede ontwikkeling van leerlingen. Daarnaast staat de summatieve beoordeling die op basis van de resultaten tot een becijferde slotsom komt. Uit veel onderzoek is naar voren gekomen dat bij de combinatie van summatieve en formatieve beoordelingen de leerlingen bij de teruggave van een toets vooral letten op de rechtvaardigheid van het (hopelijk nog onderhandelbare) cijfer terwijl de eveneens gegeven schriftelijke feedback nauwelijks wordt opgemerkt (Black, Harrison, Lee, & Wiliam, 2004; Wiliam, 2012). Een belangrijk leermoment verdwijnt hiermee naar de achtergrond.